“Verander nu, voor het klimaat alles verandert.” Buitengewoon scherp beschrijft Naomi Klein in haar nieuwe boek No Time de urgentie van de verandering die noodzakelijk is om het leven op aarde te redden. Haar goed gedocumenteerde en overtuigend gebrachte boodschap kan worden gezien als het zo node gemiste antwoord op een reeks van economische crises en milieurampen waarmee de wereld in de afgelopen decennia is geconfronteerd. Klein’s verhaal laat ook zien dat de groene beweging de kans gemist heeft om vanaf haar oorsprong het groene programma een steviger basis te geven.

Toen de Nederlandse communistische partij eind jaren tachtig met enkele andere linkse en groene partijen opging in GroenLinks werd aan Ina Brouwer, de laatste communistische fractievoorzitter, gevraagd: wat hadden communisten eigenlijk met ‘groen’ en het milieu? Brouwer beantwoordde die vraag door er op te wijzen dat de communistische beweging ontstaan is uit verzet tegen alle vormen van uitbuiting. Lang ging dat vooral over de uitbuiting van de arbeiders en de uitbuiting van de koloniën. De uitbuiting van vrouwen is daar in een laat stadium door de feministen aan toegevoegd. Maar ook de strijd tegen uitbuiting van de aarde ligt geheel in het verlengde van de oorspronkelijke communistische ideologie. De aarde is een collectief bezit en dat mag niet opgeofferd worden aan particuliere korte termijn belangen ten koste van de gemeenschap.

“Naar het blijkt gaan uitbuiting van de arbeiders en uitbuiting van de planeet hand in hand” schrijft Naomi Klein zoveel jaren later. Het is een boodschap die in de afgelopen decennia onvoldoende is doorgedrongen in de groene beweging. Nog steeds worden er debatten gevoerd over de prioriteiten waarbij ‘groen’ en ‘sociaal’ naast elkaar of zelfs tegenover elkaar worden geplaatst. De beweging heeft tot nu toe echter de gemeenschappelijke bron van sociale onrechtvaardigheid en milieuvernietiging onvoldoende op de voorgrond geplaatst.

Terugkijkend is hier sprake van een gemiste kans voor de groene beweging. De grootste aanslagen die het ecologisch systeem in de afgelopen decennia te verduren heeft gekregen en de onvermijdelijke klimaatverandering waar we nu mee te maken hebben zijn het gevolg van de globalisering van de economie. Die globalisering voltrok zich in dezelfde periode waarin de groene beweging zich als politiek alternatief vestigde, de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. De groenen positioneerden zich in deze periode echter naast en niet tegenover het mondiale kapitalisme met zijn neoliberale ideologie. Ze verwaarloosden de macht en invloed van hun voornaamste vijand.

Klein laat in haar boek goed zien hoe de mondialisering van de economie bijdraagt aan de klimaatverandering. De enorme toename van de productie en vooral van de mobiliteit van mensen en van producten vraagt om steeds meer brandstoffen, en dan op de eerste plaats natuurlijk de reeds beschikbare, eenvoudig te winnen fossiele brandstoffen olie en gas. Ook bij de energievoorziening gelden de kapitalistische wetmatigheden: zo goedkoop mogelijk olie en gas uit de grond halen. Het is de achtergrond van de uitbuiting van de veiligheid en gezondheid van Nigerianen in het oliewinningsgebied van Shell, maar ook van het onttrekken van landbouwgronden van Indonesiërs en Latijns-Amerikanen voor biobrandstoffen, het ontregelen van Indiaanse gemeenschappen in Canada en de VS voor de winning van teerzandolie en schaliegas en het transport daarvan via kilometerslange pijpleidingen en evengoed van het jarenlang negeren van de veiligheid van Groningers die boven de Nederlandse aardgasbel wonen. En vervolgens stijgt de CO2-uitstoot van fabrieken en voertuigen tot ongekende hoogte zodat de aarde opwarmt, de zeespiegel stijgt en het klimaat verandert. Extreme weersomstandigheden zorgen voor zowel grote droogteperiodes als wateroverlast. Mensen worden van huis en haard verdreven. Migratiestromen zijn niet te stoppen. Het verhaal van Klein leest als een verdiepend achtergrondprogramma bij al het wereldnieuws van de laatste twee, drie decennia. De samenhang van al deze processen is overtuigend. Het heeft weinig zin om aan één touwtje te trekken als je iets wilt veranderen. Het is tijd voor grondige ingrepen in het systeem.

Als de groene beweging hier een rol in wil spelen zal zij zelf ook moeten veranderen, zo concludeer ik uit de analyses van Klein. De verwevenheid van de plundering van de aarde met de uitbuiting van mensen vraagt om een veel principiëler en consequente strijd tegen het kapitalistisch systeem dan we de afgelopen decennia hebben gezien. Ik haal uit haar indrukwekkende boek nog minstens vier lessen.

Individuele gedragsverandering is mooi maar niet voldoende

De groene beweging heeft vanouds een hoog moralistisch gehalte. Verbeter de wereld, begin bij je zelf. Consuminderen, de auto laten staan, zo min mogelijk vliegreizen maken, je huis isoleren, zonnepanelen op het dak laten leggen, biologische producten kopen, geen vlees eten, dieren beschermen en dit alles samengevat in een pleidooi voor verkleining van de ‘ecologische voetafdruk’ en kleinschaligheid. De Vlaamse groene partij heette vroeger Agalev, wat stond voor “Anders gaan leven”. Maar de wereld komt niet van een verslaving aan fossiele brandstoffen af door maatregelen die individuele, welwillende Europeanen uit gewetensnood bereid zijn privé te nemen. Het verslavingsproces dat onverbrekelijk verbonden is met het neoliberalisme en het wereldwijde kapitalisme zal door ingrepen in het systeem zelf gestopt moeten worden. Leg het financierskapitaal aan de ketting, stel strenge voorwaarden aan de wereldwijde handel, houd de multinationals aan groene en sociale doelen.

Vertrouw niet zomaar op nieuwe technologie

In de milieubeweging is de inzet van alternatieve, energiebesparende of fossielvrije middelen altijd een belangrijk doel geweest. Windmolens, zonnepanelen, isolatiematerialen, fietsen, elektrische auto’s, zuinige apparaten, duurzame productietechnieken: we verwachten er te veel van. Het zijn middelen die moeizaam doorbreken in een wereld die duurzaamheid niet in het systeem heeft zitten. Waarom hebben die nieuwe technieken nog zo weinig succes en duurt het zo lang voordat ze worden ingevoerd? Waarom is er bijvoorbeeld nog steeds geen auto op waterstof? Klein vindt dat de milieubeweging ten onrechte een groot vertrouwen stelt in het bedrijfsleven. Bedrijven moeten linksom of rechtsom concurreren en winst maken, en zeker de multinationals zitten gevangen in een systeem dat hen niet de vrijheid geeft groene doelen voorop te stellen. Het mislukken van de emissiehandel, de handel in rechten op CO2 uitstoot die zou moeten leiden tot daling van CO2 emissies heeft laten zien dat de kapitalistische wetten haaks staan op het streven de klimaatverandering te keren

Klimaatverandering overstijgt de nationale staat

Ondanks het feit dat iedereen wel begrijpt dat klimaatverandering niet ophoudt bij nationale grenzen blijven politici, ook van de groene partijen, lokaal dan wel nationaal opereren. De Europese Unie is evenals de Verenigde Naties een landencircus. Daarnaast groeit en bloeit de grenzeloze economie. China wordt door andere landen gemaand een aandeel te nemen in het terugdringen van de CO2-uitstoot. Maar die CO2-uitstoot, legt Naomi Klein uit, komt voor een belangrijk deel op rekening van de productie en het transport van allerlei nutteloze spullen die in Europa en Amerika verkocht moeten worden. In Latijns Amerika dienen delen van het oerwoud als afkoopsom voor Amerikaanse en Europese bedrijven die te veel CO2 uitstoten. Als compensatie aangemerkte bossen kunnen op bescherming rekenen, “maar eigenlijk zijn ze een verlengstuk geworden van een vervuilende energiecentrale aan de andere kant van de wereld, verbonden door onzichtbare financiële transacties.” Dit gaat allemaal buiten het bereik van individuele landen om. Nationale staten vormen in veel gevallen eerder een hindermacht voor het realiseren van effectieve maatregelen, zoals het plan voor een netwerk van windmolens op de Noordzee van Europarlementariër Bas Eickhout.

Het systeem uitdagen

Wat kunnen we doen om de klimaatverandering te keren? Als de oorzaken van milieurampen structureel zijn, onverbrekelijk verbonden met het vigerende economisch systeem dat verslaafd is aan fossiele energie, zijn er binnen het kapitalisme dan nog wel oplossingen te vinden? Anders dan Marx in zijn tijd preekt Naomi Klein geen algehele revolutie. Ze heeft haar hoop gevestigd op een politieke ommekeer door het verzet van groepen die zich hun land en hun leven niet laten afpakken door alles verslindende oliemaatschappijen. Zoals de strijd tegen de Keystone XL Pipeline voor het transport van uit teerzand gewonnen olie van Canada naar de Golf van Mexico die onlangs voorlopig is beslecht met een veto van president Obama. En zoals in Nederland de strijd van de Groningers tegen het roekeloze gaswinningsbeleid van den Haag. Maar naast de steun aan dergelijke verzetsgroepen roept Klein groene politici op te zoeken naar maatregelen die het systeem prikkelen en aanzetten tot verandering. Om een voorbeeld te noemen: kleinschalige, lokale energiecoöperaties die zelf zonne- of windenergie produceren staan haaks op het huidige systeem waarin multinationals en overheidsbureaucratieën top-down de energievoorziening beheersen. Groene politici zullen dan wel hun pragmatisme, waarmee ze zelf onderdeel zijn geworden van het systeem, moeten laten varen om tot werkelijk systeemkritische alternatieven te komen.